Geschiedenis van onze schutterij

1900 tot en met 1929

1900 tot en met 1929

Geschiedenis van onze Schutterij

Gedenkwaardigheden uit de historie van schutterij Sint Lambertus (H.Maassen en P.Palmen)
(uit het boek "Broeksittard", met dank aan Frank Maassen)

De broederschap van Sint Lambertus bezit een zeer oude en roemrijke historie. Wanneer we mogen afgaan op de jaartallen op de aanwezige zilveren koningsplaten, dan zou deze schutterij reeds in 1087 hebben bestaan.

1911

Maandag 20 september 1911 (kermismaandag) zegende pastoor Verbeek een nieuw schuttersvaandel in. De pastoor hield, aldus de toenmalige pers, een passende toespraak waarin hij alle schutters aanspoorde mee te werken aan een ledenwerfactie. Blijkens deze oproep van de kansel leed het gilde in die tijd aan bloedarmoede.
Het geborduurde vaandel, dat werd ingezegend, droeg de woorden “SCHUTTERIJ ST. LAMBERTUS 1881-1911” en de beeltenis van de patroonheilige, staande tussen gekruiste lauwertakken. Het was vervaardigd in het kunstatelier van de “Bonner Fahnenfabrik” en was het derde vaandel in successie. De gebruiksceremonie ten opzichte van de vaandels staat omschreven in het “Reglement”. Het beste vaandel ging voorop in de stoet, daarna volgde het tweede in ouderdom en het oudste vaandel moest de vlaggengalerij sluiten.

1913

Op financiële vlak heeft de schutterij lange tijd haar eigen boontjes moeten doppen. Gemeentelijke subsidie werd pas verkregen na een tegenprestatie. Om ervoor in aanmerking te komen moest de schutterij in de jaren 1888-1915 jaarlijks een oefening houden met de brandspuit. Na oprichting van de fanfare in 1913, die in 1915 eveneens voor subsidie in aanmerking wenste te komen, werden de “werkzaamheden“ verdeeld door om het jaar te oefenen. Het ene jaar moest de schutterij; het jaar daarna de fanfare het gevoteerde bedrag van tien gulden per vereniging verdienen met het gangbaar houden van de brandspuit. Deze situatie hield stand tot aan de samenvoeging van Broeksittard met Sittard in 1942.

1914 - 1918

Gedurende de wereldoorlog 1914-1918 mocht het vogelschieten om begrijpelijke reden niet plaatsvinden. De verdere activiteiten vervielen ten gevolge van het onder de wapenen roepen van de schuttersdienstplichtigen. Op de Lambertuskermis van 1914 werd om het koningsschap geloot; koning werd Christiaan Schrooten [1871-1949]. Het jaar daarop is hij aangebleven. Tijdens de Lambertuskermis van 1916 werd wederom geloot; dat jaar werd Mathias Wilms [1859-1936] koning. Hij zou eveneens aanblijven in 1917. In 1917 keerden diverse leden uit militaire dienst terug, hetgeen een hernieuwde opbloei tot gevolg had. Men kreeg van burgemeester J. Schrijen zelfs toestemming een optocht te houden. Hij verbond er echter de voorwaarden aan dat minimaal twaalf man deelnamen en dat het korps voorzien moest zijn van een vogel, het vaandel en een trom.
Enige gedenkwaardigheden uit de historie van de Schutterij Sint Lambertus te Broeksittard, H. Maassen en P. Palmen, in: Feestgids Federatiefeest 1977.


1920

In 1920 kreeg de schutterij nieuwe geweren. De oude Franse voorladers, voorzien van het jaartal 1867, hadden aan zuiverheid ingeboet. Ook was het werken met dit type wapens zeer omslachtig.

1921

In 1921 schafte Sint Lambertus nieuwe uniformen aan, groen van kleur met gele biezen en platte petten naar Duits model. Met dit uniform is meermalen de prijs voor “mooiste uniformen” in de wacht gesleept. Het kasboek vermeldt op datum 1 augustus 1921, dat de veldwachter een uitbetaling kreeg van één gulden voor het uitbellen van de leden voor het aanmeten van nieuwe kostuums. In 1946 zijn deze uniformen verkocht aan de schutterij van Epen.

1922

De internationale schuttersfeesten, die in Sittard gehouden werden in 1922, 1924 en 1926, zijn grotendeels met hulp van de schutters van Broeksittard georganiseerd. Zij waren - aldus onze zegsman de heer Jos Wilms, fotograaf te Sittard – de adviseurs en de rechterhand van schutterij De Lollige Aenjelökkesj van Sittard.

1924

Tijdens het schuttersfeest in 1924 in Amstenrade demonstreerde Sint Lambertus voor het eerst bij het défilé de paradepas. Deze was afgekeken van de schutterijen uit het Selfkant gebied, waarmee steeds een goede verstandhouding en samenwerking heeft bestaan. De Broeksittardenaren hadden hiermee de primeur onder de Limburgse schutterijen.

1927

In 1927 verstoorde een tragisch voorval de kermis. Op de derde kermisdag werden de toenmalige koning Jakob Wilms [1887-1970] en zijn koningin, zijn vrouw Maria Anna Kuijpers [1885-1965], in een open landauer door het dorp gereden. Plotseling werd er geroepen: er is brand. In een mum van tijd was het hele dorp in rep en roer; iedereen wilde helpen. De brandspuit werd gehaald. De koning had snel in de gaten dat de brand bij hem thuis was. Hij pakte de teugels over van de koetsier en snelde naar zijn huis. Daar aangekomen was er niets meer te redden en blussen hielp ook niet meer. Het verhaal gaat dat de jongste telg van de familie bij deze brand om het leven kwam. Professor H. Schrijen heeft zijn herinnering aan dit voorval opgetekend in de Hanewijzer. 33. Auwt Broukzittert, H. Schrijen in De Hanewijzer, nr. 3, maart 1973. Hij vertelt erbij dat Jakob Wilms naast metselaar (aannemer) ook klompenmaker was en een boeiend verteller, waar de kinderen vol verbazing naar luisterden. Zijn werkplaats was het oude bakkes aan de Kruisstraat; dit is afgebroken op 3 januari 2001.
“Een feit dat mij scherp voor de geest staat, is de brand die uitbrak op de derde dag van St. Lambertus kermis. Ik was toen negen jaar oud. Staande achter het raam van het café in het ouderlijke huis – Kruisstraat 95 – wachtte ik de komst af van de schutterij die elk ogenblik op het kruispunt Dorpstraat-Kruisstraat kon voorbij komen. Plotseling zag ik een aantal mensen naar het huis van de fam. Wilms en Boere rennen; de stoet van de schutterij werd ontbonden; er was brand uitgebroken en iedereen ging helpen: tenminste de grote mensen; wij, de kinderen moesten binnen blijven. Uitslaande vlammen en de vuurgloed van brandende daken staan in mijn geheugen geprent als herinnering aan een akelige dag, die bovendien, als ik mij niet vergis, één slachtoffer heeft gekost en wel een zoon van de familie Wilms.”

Moge het tot slot de vereniging gegeven zijn tot in lengte van jaren in traditie te groeien en bloeien tot heil van haarzelf en van geheel Broeksittard.

Gaarne bedanken wij een ieder die ons op enigerlei wijze behulpzaam was bij of die feitelijkheden aandroeg voor dit overzicht van historische gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van onze schutterij.

(C) Wil Mohren 2018